Gedicht van Paulien

Ron,
 
Van kop t/m teen zwart
dat was de waarneembare buitenkant.
 
 
Maar … wie was Ron?
Bij vragen die wat verder gingen dan …  “hoe is het met je?” kreeg ik een verlegen lachje en een schouderophalen, alsof je het eigenlijk ook niet wist.
 
Mijn indruk is dat je erg op jezelf was.
Er hing iets eenzaams om je heen.
Als je wel eens bij een groepje zat wist ik niet of je dat gezellig vond of dat je even “naar buiten” wilde.
Een enkele keer vertelde je iets over jezelf. Bijv. toen je een baan had en er netjes moest uitzien. Geen niet geschoren gezicht; een overhemd met - dat weet ik niet meer - een stropdas. Een andere Ron. Je ogen stonden helder; je zag er verzorgd uit en je vond het werk leuk.
Wat gebeurde er dan met je als het mis ging?
Kon je de discipline niet aan?
Was het te moeilijk of juist te eenvoudig?
Na het afscheid van jou deze ochtend denk ik: was je misschien gevangen in jezelf terwijl alles in je schreeuwde om vrijheid? Kon je je rebellie niet kwijt en legden deze beide gevoelens je lam waardoor je je leven niet op de rails kreeg? 
 
Het zijn vragen die niet beantwoord worden. 
Ik ben voor jou blij dat je niet meer hoeft te vechten; dat je jezelf niet meer ziek kan maken.
Dat je rust hebt.

Dag Ron,

 

Paulien